De merkbare symptomen van het syndroom van Cushing zijn vergelijkbaar met die van het ouder worden, waardoor het soms moeilijk is de diagnose te stellen.
De meest opvallende symptomen van het syndroom van Cushing zijn onder andere:
Wanneer uw dierenarts een vermoeden heeft van het syndroom van Cushing zal hij een aantal onderzoeken uitvoeren om de diagnose te bevestigen. Vaak gaat dit gepaard met een algemeen bloedonderzoek om de algemene gezondheid van uw hond te kunnen beoordelen.
De concentratie van cortisol in het bloed vertoont een grote variatie gedurende de dag, zowel bij honden met Cushing als bij gezonde honden. Daarom kan de diagnose van Cushing niet gesteld worden alleen op basis van het meten van het cortisolgehalte in het bloed. Er zullen dus andere testen nodig zijn om de diagnose te bevestigen.
Het syndroom van Cushing kan niet helemaal genezen worden, maar het kan wel goed onder controle worden gehouden met behulp van medicatie. Deze kan ervoor zorgen dat de klinische symptomen aanzienlijk verminderen en dat de levenskwaliteit van uw hond er op vooruit gaat.
De klinische symptomen van Cushing zoals lusteloosheid, veel drinken, eten en plassen verbeteren snel, vaak al binnen de eerste twee weken van de behandeling. Veranderingen van de huid, haaruitval en de opgezette buik kunnen tot 3 tot 6 maanden duren.
Het is belangrijk dat uw hond goed wordt opgevolgd en regelmatig bij de dierenarts op controle gaat. Zo kan hij van heel dichtbij opgevolgd worden en kan zijn behandeling aangepast worden indien nodig. Dit verkleint de kans op complicaties. Als uw hond tekenen ontwikkelt zoals lusteloosheid, braken, diarree en anorexia stop dan de behandeling onmiddellijk en neem zo snel mogelijk contact op met uw dierenarts.