Elke hond maakt de ziekte van Cushing op zijn eigen manier door. Uw dierenarts zal de dosis trilostane afstemmen op de behoeften van uw hond.
U moet uw hond nauwlettend in het oog houden, vooral tijdens de eerste stadia van de behandeling, totdat de correcte dosis trilostane is vastgesteld. Bij elk controlebezoek gaat uw dierenarts na of uw hond de juiste dosis krijgt om zijn symptomen onder controle te krijgen en of hij geen tekenen vertoont dat hij een te hoge dosis krijgt.
Wanneer uw dierenarts tevreden is over de vooruitgang van uw hond, moet u uw dierenarts om de drie maanden bezoeken om uw hond te laten controleren en eventueel de dosis trilostane te laten aanpassen.
Het is heel belangrijk dat uw dierenarts een duidelijk beeld heeft van de manier waarop uw hond op de behandeling met trilostane reageert en dat de gezondheid van uw hond verbetert zoals te verwachten valt. Uw dierenarts moet ook controleren of uw hond zich goed voelt bij de behandeling.
U kunt uw dierenarts helpen door aantekeningen te maken over de symptomen van uw hond.
Als uw hond tijdens de behandeling met trilostane bepaalde ziektesymptomen vertoont, zoals lusteloosheid, braken, diarree of gebrek aan eetlust, moet u de behandeling onmiddellijk stopzetten en zo spoedig mogelijk contact opnemen met uw dierenarts.
Hier kunt u een formulier downloaden dat u helpt de vooruitgang van uw hond in het oog te houden.
Om uw dierenarts te helpen de correcte dosis trilostane te bepalen, heeft het Royal Veterinary College in Londen nuttige controlemiddelen ontwikkeld om de belangrijkste symptomen van de ziekte van Cushing bij uw hond in de gaten te houden. Voortdurende en consequente monitoring van uw hond is erg belangrijk om de juiste dosis medicatie te bepalen en uw hond weer beter te maken.
Het is vooral belangrijk de klinische symptomen van de ziekte van Cushing in het oog te houden. De Klinische cushingscore is speciaal bedacht om de voornaamste symptomen te noteren en te volgen. Het is aanbevolen de score in te vullen vóór ELK bezoek aan uw dierenarts en de resultaten aan uw dierenarts voor te leggen.
Een paar weken na het begin van de behandeling zou u bij uw hond al beterschap moeten zien. Het is echter normaal dat het enkele maanden duurt voordat alle symptomen van de ziekte van Cushing bij uw hond verminderen. Hieronder ziet u een tijdschema van het herstel:
Een behandeling van uw hond tegen de ziekte van Cushing verbetert niet alleen zijn levenskwaliteit, maar ook de uwe. De 'CushQoL pet'-vragenlijst meet de levenskwaliteit van uzelf en van uw hond en kan u ook wijzen op zaken die nog beter kunnen. De vragenlijst maakt duidelijk hoe de levenskwaliteit na verloop van tijd verbetert dankzij trilostane. Aanbevolen wordt om deze lijst om de drie maanden in te vullen en aan uw dierenarts voor te leggen.
Klik hier om de vragenlijst in verband met de levenskwaliteit te downloaden.
Tijdens een controlebezoek zijn de symptomen van uw hond van cruciaal belang om de correcte dosis trilostane te bevestigen, maar ook bloedtests spelen daarin een belangrijke rol. Na het opstarten van de behandeling moeten om de 4 weken, om de 12 weken en om de 3 maanden routinebloedtests worden afgenomen.
Blijf uw hond zeker de voorgeschreven dosis trilostane geven, zelfs als u merkt dat de symptomen van uw hond verbeteren. Trilostane zal de gevolgen van de overproductie van cortisol tegengaan, maar zal de aandoening niet genezen.
Controle blijft belangrijk. Regelmatige onderzoeken door uw dierenarts zorgen ervoor dat uw hond de optimale zorg krijgt.